Internationaal schandaal en Brusselse vuilnisbakken

De media hebben het er vaak over: voedselverspilling is een wereldwijd fenomeen. Terwijl bijna een miljoen mensen nog altijd honger lijden en de productie van een ton voedingsmiddelen bijna 4 ton CO2 genereert, schat de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties (FAO) dat tot een derde van de geproduceerde levensmiddelen op wereldschaal verspild wordt.

Afgezien van het ethische en ecologische schandaal dat dit vertegenwoordigt, zijn voormelde verliezen ook pure economische dwaasheid: louter op het niveau van de landbouwproducenten worden de directe gevolgen al op meerdere honderden miljarden per jaar geraamd.

Dat deze cijfers zo duizelingwekkend zijn, komt deels door het feit dat de hele voedselketen hierbij betrokken is en dat de verliezen zich opstapelen. In Brussel zijn er alvast meerdere sectoren en actoren specifiek betrokken, zoals:

  • De handelaars;
  • De restaurateurs;
  • De collectieve instellingen;
  • En de huishoudens.

Oplossingen

In lijn met de verbintenissen van de Europese Unie ter zake heeft het Brussels Gewest zich tot doel gesteld om tegen 2020 30% minder voedsel te verspillen. Om daarin te slagen, zal iedereen zich echter mee moeten engageren

Voor elke sector worden er alvast innovatieve en aangepaste oplossingen uitgewerkt: landbouwers moedigen het aren-lezen op hun gronden (opnieuw) aan, handelszaken geven hun onverkochte producten aan voedselhulporganisaties, restaurateurs verbeteren de formule van de 'doggy-bag' tot 'restorestje', grootkeukens passen de porties aan de vraag van de klant aan enz.

Daarnaast geldt het engagement van particulieren eveneens als onontbeerlijk en ook hier zijn de actiepistes legio: van het boodschappenlijstje tot het koken met restjes over een beter koelkastbeheer. Een proefproject heeft trouwens aangetoond dat de voedselverspilling thuis zo met wel 80% verminderd kon worden, waardoor er tegelijk ook heel wat geld vrijkomt om kwalitatieve producten aan te kopen!

En prioriteiten

Op elk niveau begint de strijd tegen verspilling echter bij preventie. Het beste afval is immers het afval dat niet bestaat en het is via deze weg dat er heel wat bespaard kan worden.

Een zekere mate aan afval is echter onvermijdelijk: zo is het bv. moeilijk om het precieze aantal klanten en hun keuzes in te schatten enz. Voor dit afval is er de oplossing van de nuttige toepassing. Ook hier geldt er niettemin een prioriteitsvolgorde: eerst worden de onverkochte goederen namelijk aan voedselhulporganisaties weggeschonken, daarna volgt composteringsoptie en tot slot de mogelijkheid tot biomethanisatie.